Santiago de Compostela
L14. Wat voor Hoebaer Sassen en gewone werkdag was, was voor Mia Peters haar trouwdag
L16. Math Laumen, Pitje Cals en Lowie Janssen houden siësta
L18. Hoebaer Sassen in gesprek met zijn koe?
L19. Jean en Corrie Peters bij het koeien melken, vastgelegd door fotograaf Th. Vromans uit Geleen t.b.v. de St.-Gabriëlkalender van de Paters Passionisten te Mook;
L21. Fien Peters-Buskens voert haar kippen; 50-er jaren
L23. Poes bij de pomp op het erf bij Cals; 1943
L24. 'Pas op, val d'r niet in' Lies Verjans houdt buurmeisje Magda Scheijen vast, terwijl deze met het water in de drinkbak speelt. Deze bak stond naast een bruggetje over de Keutelbeek, achter huis Verjans; 1940
L27. Zomers straatgezicht, op de fiets Math Laumen, rechts tegen de muur geleund Jo Wouters; 1947
L29. Tiny Kusters achter op de luif bij Drikske v.d. Wall
L31. Maria Scheijen-Hoenen geeft Joke Leenders tekst en uitleg
L32. Maria Philips op haar 's zondags voor het huis van Clerx, hier ziet men nog de beek met de bruggetjes
L13. Hoebaer Sassen (1884-1970) haalt de oogst binnen op zijn eigen wijze; 1941
L15. Drikske van de Wall en Lieske van de Wall-Feron bij het aardappelen rooien op de Koppelberg
L17. Lowie Janssen en Pitje Cals; 1939
L20. Een 'heerlijk' oud Limburgs gebruik van vlaaien bakken aan de 'sjansenoven' of bakkus. Harie Peters zorgt dat de oven goed brand terwijl zijn vrouw Fien Peters-Buskens de vlaaien spreid om ze te laten afkoelen. Let eens op de grote van de vla; 50-er jaren
L22. Wil Peters filtert de melk; 50-er jaren
L25. Voor de schuurpoort op de 'pléj' van huis Verjans. Ria Scheijen aait de poes, terwijl haar zusje Magda toekijkt; 1940
L28. De laatste kar met mest wordt, net voor de onteigening, nog door Hub Wouters naar het veld gebracht. op de bok naast hem zit zijn hondje Sica
L30. Leo en Anneke v.d. Wall met Tiny Kusters op de arm
L34. Met pony en het melkkarretje op de straat, v.l.n.r. Corry, Eugene, Joze, -, Jean en Willy Peters
L11. Martin Verjans (1889-1967) aan het werk op zijn akker in het 'Kleinveldje' (Cleenveltje) tussen Spaans Neerbeek en Kraonkel. Op de achtergrond is de Staatsmijn Maurits te zien; 1940
L12. Fina Verjans-Mullens (1881-1971) bij het binden van graan; 1940
L9. Huisslager Métsj (Jan Mathijs) Schumacher (woonde pand 8) slacht een varken bij Sjang Hoenen
L10. Mevrouw Hudales met haar dochter Annie in de huisweide
L7. Pér (Pieter Frans) Kubben (1843-1930)
L8. Oude schuur bij Hudales in het 'Straetje'
L6. Harie Dols met zijn zoon Jo op het paard; 1940
L5. Hub Kusters, de 'bekker' van Kraonkel met Graat Scheijen; dertiger jaren
L4. Op de luif van de boerderij Feron-Feron, later Cals; v.l.n.r.: moeder Bilke Feron-Feron (1859-1936), haar man Theodoor Feron (1857-1922), met hun kinderen Betje (later gehuwd met Harie Cals) en Andre (later gehuwd met Betje Otten); 1920
L3. Het smalste deel van Spaans Neerbeek, links de boerderij Clerx (32) en rechts de boerderij van Heijnen (34); v.l.n.r.: Hub Wouters leunend tegen de muur, Pieter Jan Clerx, Sjaak Clerx en geheel rechts Josef Clerx; 1930
L2. Lowie Philips met zijn grootvader Pér (Pieter Frans) Kubben (1843-1930); links de boerderij van Pieter Clerx en Sassen, aan de rechterzijde over de rug van het paard ziet men nog de café van Drikske van de Wall; 1924
L1. Sjaak Clerx met man en paardenkracht
Het landelijk leven
Ongeveer de helft van de bevolking van Spaans Neerbeek leefde voor en na de tweede wereldoorlog grotendeels van de landbouw en in mindere mate van de veeteelt. Enkele boerengezinnen, ook gezien over verschillende generaties, die te Spaans Neerbeek woonden waren Buskens, Clerx, Erkens, Feron, Penris, Sassen, Schutgens en Wouters. In de eerste helft van onze eeuw werd het normale levenstempo nog veelal bepaald door de dagelijkse werkzaamheden, zoals het melken van de koeien, verzorgen van de varkens en kippen en het bakken van brood in een eigen 'bakkes'. Daarnaast bepaalde het seizoen en jaargetijden meer het dagelijkse bestaan dan de exacte tijd. Er werd gezaaid, gemaaid, gehooid, geoogst, enzovoort.
In een ander jaargetijde werd geslacht, ingemaakt, enz. Naarmate dat de industrie haar opgang maakte werden velen mijnwerker, of beoefenden een ander beroep uit in de mijnindustrie, maar bleven daarnaast een eigen stukje land of weide bewerken. Aan de westzijde van het dorp in het 'Cleenveldje' lagen, voornamelijk kort bij het dorp veel boomgaarden, terwijl aan de andere, de oostelijke zijde, veelal land lag op de Koppelberg.
In vroeger tijd, er was nog geen waterleiding, waren er maar twee mogelijkheden om water te bekomen. Ten eerste water uit de Keutelbeek, dat voor de was werd gebruikt. Ten tweede het water van de dorpspomp dat men gebruikte voor een lekker bakje koffie en het koken van de aardappelen e.d. Dit gaf wel eens problemen daar in Spaans Neerbeek waar maar één pomp was en wel tegenover de boerderij van Antoon Beaumont. In Hollands Neerbeek was de pomp bij Franssen in de toenmalige Dorpstraat. Het kon wel eens gebeuren dat een van de beide pompen defect was waardoor de mensen van het ene dorp water moesten halen in het andere dorp. Er ontstonden dan wel eens geschillen, die soms ontaarden in vechtpartijen, met als gevolg dat men menig maal met lege emmers huiswaarts keerde. Met de aanleg van de waterleiding keerde de vrede weer terug.
SPAANS NEERBEEK / Een eenvoudig landelijk gehucht
© Spaans Neerbeek 2000 / Michel Pinxt / mei 2000 -
Nieuwe pagina 1